Overslaan en naar de inhoud gaan

Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus

Foto: Kees Venneker

Indeling

Laridae [familie]
Hydrocoloeus [genus] (1/1)
minutus [soort]

Herkenning
27 cm. Kleinste meeuw. Te herkennen aan formaat, ontbreken van zwarte vleugelpunten, gitzwarte kopkap en zwarte ondervleugel (kokmeeuw heeft wit achterhoofd, witte voorvleugel, zwarte vleugelpunten en lichtere ondervleugel). Nek, stuit en onderdelen wit met rossige waas; rug en vleugels blauwgrijs, borstzijden grijzig. 's Zomers met donkerrode snavel en helderrode poten. 's Winters witte kop met zwarte kruin en oorstreek; snavel zwart, poten donker vleeskleurig. Juveniel met zwartbruine kruin, wangstreep, achterhoofd en rug (wordt in eerste winter grijs), zwarte eindband aan staart en omgekeerde V over voornamelijk grijs-witte vleugels; overig verenkleed wit. Vlucht lijkt op die van sterns. Juveniele drieteenmeeuw groter, met puntiger vleugel en heeft stijvere vleugelslag.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Finland, de Baltische staten en grote delen van Rusland en Kazachstan. Trekt in de winter naar het Middellandse Zeegebied, de Zwarte en Kaspische Zee en naar westelijk Europa van Schotland tot Madeira. In Nederland een uiterst schaarse broedvogel, wegtrekkend, doortrekker en wintergast in vrij groot aantal.

Biotopen
Op grote open wateren en op de zee.

Voedsel
In de broedtijd voornamelijk insecten, op de grond of in de vlucht gevangen, en wat plantaardig voedsel; overigens voornamelijk vis (vaak op sternachtige manier uit het water opgepikt) en ongewervelde zeedieren.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3, soms 2, zelden 4-5. Buikig. Glad en enigszins glanzend. Licht olijfgroen, olijf of geelbruin, soms zeer licht groenachtig of crèmeachtig. Geelbruine eieren zijn meestal het donkerst. Fijn en verschillend getekend met met spikkels, stippels en meestal kleine vlekken, van zwart, zwartachtig-bruin of olijf en met lichtere nuances van grijs. Tekens soms overal, maar vaak schaars met een dichtere zone rond de stompe pool. Vlekken soms groot en geconcentreerd aan de stompe pool. Formaat 41,5 x 30,1 mm.

Geluiden
Minder vocaal dan meeste meeuwen; gewone roep is een laag 'kekkekkek'; ook een schel, ritmisch en herhaald 'kikay kikay'.

Publicatie