Overslaan en naar de inhoud gaan

Jan-van-gent Morus bassanus

Foto: Kees Venneker

Indeling

Sulidae [familie]
Morus [genus] (1/0)
bassanus [soort]

Herkenning
87-100 cm, spanwijdte 165-180 cm. Een witte zeevogel ter grootte van een gans met lange, smalle, zwartgepunte vleugels; lange nek (vergeleken met meeuwen), puntige staart, lange, puntige snavel. In vlucht heeft lichaam karakteristieke 'sigaarvorm'. Jonge vogels donker, witgevlekt. Onvolwassen met verschillende stadia van zwart-wit tekening. Vliegt met regelmatige, vrij snelle vleugelslagen, afgewisseld met glijvluchten; duikt tijdens foerageren met de kop naar voren en naar achter gevouwen vleugels in zee.

Verspreiding en voorkomen
Broedt op de Britse Eilanden, de Kanaaleilanden, IJsland, langs de Noorse kust en eilanden in Zuidoost-Canada. Overwintert op de Noord-Atlantische Oceaan, de Baltische Zee en op de Middellandse Zee. In Nederland een doortrekker en wintergast in vrij groot aantal.

Biotopen
Op volle zee en langs de kust.

Voedsel
Voornamelijk vis (20-50 cm); duikt vanaf 10-40 m in zee of vanaf wateroppervlak. Foerageert soms tot op 150 km vanaf kolonie.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 1, zeer zelden 2. Langwerpig buikig. Dof kalkwitte buitenlaag van onregelmatige dikte, op sommige plaatsen is de blauwachtige schaal daaronder te zien. Buitenlaag krijgt roestrode of bruine vlekken en kan afschilferen zodat de onderliggende laag zichtbaar wordt. Formaat 78,1 x 49,1 mm.

Geluiden
Op de broedplaats een luid, schor 'urrah'.

Publicatie