Overslaan en naar de inhoud gaan

Kleine zilverreiger Egretta garzetta

Foto: Kees Venneker

Indeling

Ardeidae [familie]
Egretta [genus] (1/1)
garzetta [soort]

Herkenning
55-65 cm. Een kleine, sneeuwwitte reiger met slanke nek, lange, dunne, zwarte snavel, zwarte poten, en contrasterende gele tenen. Adult 's zomers met zeer lange veerpluimen op bovenborst, mantel en schouders, de laatste een losse 'mantel' vormend; twee lange kuifveren in nek afhangend. Vliegt bedaard op afgeronde vleugels, met ingetrokken kop en poten ver voorbij staart uitstekend.

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in Europa, Afrika, Azië, met uitzondering van Noord-Azië, en Oceanië. In Nederland zeer schaarse broedvogel, gedeeltelijk wegtrekkend, doortrekker en wintergast in klein aantal.

Biotopen
Broedt in bomen en struiken; meestal nabij kust- of binnenwater, vaak aan ondiep water in moerassen, lagunes, vloedlanden, poelen.

Voedsel
Ongewervelde dieren en zaden. Foerageert op de grond.

Eieren
Aantal eieren in legsel gewoonlijk 4, soms 3-5, zelden 6. Variabel. Elliptisch tot buikig, stomp tot soms aan twee zijden kegelvormig, Glad, niet glanzend. Licht groenachtig-blauw. Formaat 46,6 x 33,8 mm.

Geluiden
In de kolonie een raspend 'áááá"; buiten kolonie meestal zwijgzaam.

Publicatie