Overslaan en naar de inhoud gaan

Zwarte wouw Milvus migrans

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Accipitridae [familie]
Milvus [genus] (2/0)
migrans [soort]

Herkenning
55-60 cm, spanwijdte 135-155 cm. Lijkt op rode wouw maar is te onderscheiden door minder diep gevorkte staart, kleiner formaat en veel donkerder verenkleed zonder duidelijke kenmerken; kop grijzig. Juveniel bleker met bleekgrijze vlek op ondervleugel aan basis van handpennen. Houdt vleugels in zweefvlucht horizontaal, niet in V als bruine kiekendief.

Verspreiding en voorkomen
Standvogel in het grootste deel van Afrika, van Pakistan tot in Japan, een aantal Zuidoost-Aziatische eilanden en in Australië. Broedvogel in Europa, Rusland, Noordwest-Afrika, Centraal-Azië en noordelijk Zuidwest- en Oost-Azië. Wintergast van Zuid-Turkije tot in Zuid-Pakistan en van Zuidwest-Angola tot in Zuid-Afrika. In Nederland een doortrekker in uiterst klein aantal.

Biotopen
Heeft voorkeur voor de nabijheid van meren, plassen, rivieren, natte gebieden, zeehavens en vliegvelden.

Voedsel
Predator en aaseter, gebruikt verschillende jachttechnieken en kan gebruik maken van vele voedselbronnen, meestal dierlijke prooi: kleine zoogdieren en vogels, reptielen, (vaak dode) vis, insecten. Eet ook aas, afval van slachthuizen en vissersboten.

Eieren
Aantal eieren in legsel 2-3, soms 1-5. Gedrongen elliptisch. Niet glanzend en dof wit. Ongetekend of verschillend getekend met vlekken en stippen van roodachtig of purperachtig-bruin en een flauwe purpergrijze tekening. Formaat 53,2 x 43,1 mm.

Geluiden
Luidruchtig tijdens de broedtijd; heeft een vibrerende, meeuw-achtige roep.

Publicatie